De onrust op de financiële markten heeft donderdag druk gezet op de staatsobligaties van Zuid-Europese landen. Vooral Griekenland moest het opnieuw ontgelden, maar ook de rentes van Spanje en Italië liepen stevig op.

De rente op Griekse tienjaarsleningen schoot in de ochtendhandel omhoog van 7,6 naar 8,5 procent. Na een gestage daling in de afgelopen maanden staat de rente daardoor nu weer bijna op het hoogste punt van het afgelopen jaar.

Die sterke stijging geeft aan dat het vertrouwen in de financiële toekomst van Griekenland onder beleggers verdampt. Zij maken zich zorgen over de ambitie van de Griekse regering om afscheid te nemen van de hulpleningen van de eurolanden en het IMF.

De zorgen over Griekenland kregen donderdag ook enig vat op Italië en Spanje. Spanje haalde bij een veiling van nieuwe leningen minder geld op dan verwacht en zag zijn tienjaarsrente oplopen van 2,1 naar 2,3 procent. De vergelijkbare Italiaanse rente ging van 2,4 naar 2,6 procent.

Eerder vandaag werd bekend dat zowel in Italië als in Spanje de prijzen inmiddels dalen. Deflatie wordt door sommige economen als schadelijk gezien omdat consumenten de neiging zouden hebben de hand op de knip te houden. Het geld dat je vandaag niet uitgeeft, is immers morgen meer waard.

Niet alleen de situatie in de zuidelijke eurolanden baart zorgen. Ook de weigering van Frankrijk in het begrotingstekort onder controle te brengen en hervormingen door te voeren, ondermijnt het vertrouwen van beleggers in de eurozone.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl